Als u lang ziek bent, kan dit eindigen in arbeidsongeschiktheid. Dat kan ook gevolgen hebben voor uw honorarium en uw pensioen.

1. U bent arbeidsongeschikt

Het eerste jaar dat u arbeidsongeschikt bent, ontvangt u gewoon uw honorarium van uw kerkelijke instelling. Hierover bouwt u pensioen op. 

2. U bent volledig en blijvend arbeidsongeschikt

Wat is er geregeld?

Priesters en diakens zijn geen ‘werknemers’. Daardoor komt u bij blijvende arbeidsongeschiktheid niet in aanmerking voor een overheidsuitkering op basis van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Het PNB heeft daarom een apart arbeidsongeschiktheidspensioen in het leven geroepen. U kunt hiervoor in aanmerking komen als u 1 jaar onafgebroken arbeidsongeschikt bent en afloop van dit tijdvak arbeidsongeschikt blijft.

U hebt recht op een volledig arbeidsongeschiktheidspensioen als is vastgesteld dat u meer dan 80% arbeidsongeschikt bent. Het arbeidsongeschiktheidspensioen eindigt zodra de arbeidsongeschiktheid eindigt, maar uiterlijk als uw ouderdomspensioen ingaat.

Pensioen voor later

Tijdens uw arbeidsongeschiktheid blijft u ouderdomspensioen opbouwen bij het fonds. U hoeft voor dit pensioen geen premie te betalen. Vanaf uw AOW-gerechtigde leeftijd ontvangt u ouderdomspensioen van het PNB.

Verplichting en communicatie

Bij arbeidsongeschiktheid bent u verplicht om alles eraan te doen om zo snel mogelijk uw (kerkelijke dienst)werk (gedeeltelijk) te kunnen hervatten, bijvoorbeeld door ander werk te aanvaarden dat u met uw beperkingen kunt uitvoeren, eventueel via (bij)scholing. Dit alles gebeurt in overleg met uw bedrijfsarts en uw bisschop. Ook dient u eventuele bijverdiensten op eigen initiatief aan het PNB te melden en eventuele andere inlichtingen aan het PNB te verstrekken die relevant zijn voor de vaststelling van het recht, de hoogte en de duur van het arbeidsongeschiktheidspensioen.

Het PNB vindt het belangrijk om ook na ingang van het arbeidsongeschiktheidspensioen met u en uw bisdom in contact te blijven. Het PNB heeft regelmatige contactmomenten met uw bisdom. Ook vraagt het PNB jaarlijks in een algemene brief hoe het met u gaat, of uw (inkomens)situatie is gewijzigd en of u ondersteuning nodig heeft. Daarnaast wordt u, afhankelijk van uw persoonlijke situatie, periodiek opgeroepen voor de herhaling van een medisch (en arbeidskundig) onderzoek.

Wat moet u doen?

U vraagt in overleg met uw kerkelijke instelling en uw bisdom een arbeidsongeschiktheidspensioen aan bij het pensioenfonds. Dat doet u door het aanvraagformulier in te vullen, te ondertekenen en met de gevraagde bijlagen naar het fonds te sturen. Om zicht te houden op de voortgang van de re-integratie en de begeleiding zijn twee formulieren ontwikkeld. Een formulier voor het schrijven van een ‘Plan van Aanpak’ en een formulier voor het schrijven van een ‘Eindevaluatie’. Beide formulieren vormen samen met het rapport van de (bedrijfs)arts en het aanvraagformulier na ommekomst van het eerste ziektejaar het overdrachtsdossier.

Nadere regels en uitwerking aanvraagprocedure

De regels met betrekking tot het arbeidsongeschiktheidspensioen zijn vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit Arbeidsongeschiktheidspensioen. Verder treft u in bijlage 1 bij dit Uitvoeringsbesluit een handreiking aan, waarin de stappen voor de aanvraag van een arbeidsongeschiktheidspensioen nader zijn uitgewerkt.

Hoeveel krijgt u?

Dit hangt af van de mate van arbeidsongeschiktheid. De grondslag van het arbeidsongeschiktheidspensioen is het voor pastoraal werkers in de desbetreffende leeftijdsklasse geldende salaris, vermeerderd met de vakantiebijslag, volgens het Rechtspositiereglement voor pastoraal werkers, zoals laatstelijk gepubliceerd voor het jaar 2010 in de Diocesane Regelingen. Deze grondslag wordt jaarlijks verhoogd met de gemengde index.

Bij de toekenning van het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt u over de exacte hoogte hiervan geïnformeerd.

3. U bent gedeeltelijk arbeidsongeschikt

In afwijking van onderdeel 2 geldt bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid het volgende:

Wat is er geregeld?

U hebt recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen als is vastgesteld dat u meer dan 35%, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt bent.

Pensioen voor later

U blijft ouderdomspensioen opbouwen bij het PNB. U hoeft voor dit pensioen geen premie te betalen. Het fonds betaalt het deel van de premie waarvoor u arbeidsongeschikt bent verklaard. Uw kerkelijke instelling betaalt het deel van de premie waar arbeid tegenover staat.