Aangezien beiden de maximale termijn van drie keer vier jaar hebben gediend, neemt het PNB per 1 juli 2017 afscheid van de bestuursleden Martin Frankort (67 jaar, onafhankelijk voorzitter) en pastoor Frans Verhoeven (74 jaar, vice-voorzitter, lid namens de pensioengerechtigden). Reden genoeg voor een laatste interview met beide bestuursleden.
Wat doet u in het dagelijks leven naast uw bestuurslidmaatschap van het PNB?
Frans Verhoeven:
“Ik was in het verleden actief als pastoor en deken. Sinds 2010 ben ik met emeritaat. In de weekenden verzorg ik nog regelmatig vieringen als priester. Daarnaast zit ik in de raad van toezicht van het Sint Annaklooster in Eindhoven, draag ik zorg voor oudere emeriti en ben ik actief binnen verschillende stichtingen die gerelateerd zijn aan de kerk.”
Martin Frankort:
“Ik ben al enkele jaren post-actief. Daarvoor was ik vijfendertig jaar lang werkzaam als accountant. Daarna heb ik zeven jaar als algemeen econoom gewerkt bij het Bisdom Roermond. Naast mijn voorzitterschap van het PNB ben ik secretaris van de KSBS (Katholieke Stichting voor Blinden en Slechtzienden) in Grave. Ook wandel en lees ik graag en bespeel ik de tuba.”
Wat is voor u de belangrijkste verandering geweest die in de afgelopen twaalf jaar is doorgevoerd bij het pensioenfonds?
Frans Verhoeven:
“De belangrijkste wijzigingen waren het gevolg van de veranderende pensioenwetgeving. De veranderde bestuursvorm is daarbinnen een belangrijke wijziging geweest. Vroeger deed de voorzitter het dagelijks bestuur van het fonds. Door de jaren heen kwamen er steeds meer regels voor pensioenfondsbesturen. Dat leverde minder bewegingsvrijheid op. Ook werden de verantwoordelijkheden van het fondsbestuur steeds groter. De wetgeving dwong bestuursleden als het ware om zich te verdiepen in de pensioenproblematiek. Dat vind ik een goede zaak. Het wordt hierdoor wel steeds lastiger om goede bestuurders te vinden in pensioenland, maar daar hebben we bij het PNB gelukkig nog geen last van.”
Martin Frankort:
“Wat mij betreft heeft een wijziging in de pensioenwetgeving in 2007 de meeste impact gehad. Deze wijziging zorgde ervoor dat de eindverantwoordelijkheid voor het fonds niet meer afhankelijk mocht zijn van advies van externe organen. Dat leverde een probleem op bij het PNB, aangezien binnen de kerkelijke ordening het bevoegde gezag het laatste woord heeft, te weten de Bisschoppenconferentie. Wij hebben dat opgelost in de statuten van het fonds door te stellen dat we de Bisschoppenconferentie blijven consulteren met betrekking tot alle onderwerpen die kerkelijke aspecten raken.”
Wat is u het meeste bijgebleven uit uw bestuursperiode?
Martin Frankort:
“Ik vind het vooral mooi dat het fonds steeds erin is geslaagd om zich aan te passen aan de veranderende pensioenwetgeving. Dat komt vooral – en dat stemt mij zeer tevreden – door de goede samenwerking tussen het bestuur, het verantwoordingsorgaan en de Bisschoppenconferentie in de afgelopen twaalf jaar.”
Frans Verhoeven:
“Het fonds is in de loop der jaren in rustiger vaarwater terechtgekomen. Het bestuur is geprofessionaliseerd en heeft inderdaad een goede relatie met het verantwoordingsorgaan en de Bisschoppenconferentie. De goede financiële positie van het fonds helpt daar natuurlijk bij. Daar ben ik tevreden over.”
Hoe laat u het fonds achter?
Martin Frankort:
“Het PNB staat er financieel goed voor. Alle doorrekeningen geven dat aan. We staan qua financiën in de top tien van Nederland. De pensioenrechten van de belanghebbenden zijn goed geborgd, waarmee de zorgplicht van de bisschoppen is afgedekt. Daarover ben ik tevreden. Daarnaast hebben we de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan de communicatie met de belanghebbenden; aan het uitleggen van de pensioenmaterie en de problematiek die daarbij komt kijken. We willen transparant zijn. Navraag leert dat we daar steeds in geslaagd zijn. In het verlengde daarvan hebben we als bestuur en verantwoordingsorgaan veel kennis en kunde opgebouwd op pensioengebied, onder meer via gezamenlijke studiedagen. U kunt zich voorstellen dat ik hierdoor met een gerust hart het stokje overdraag aan mijn opvolger.”
Frans Verhoeven:
“Het PNB is momenteel zowel financieel als bestuurlijk zeer goed georganiseerd. Dat maakt het voor mij gemakkelijker om afscheid te nemen.”
Hoe gaat u de tijd invullen die per 1 juli beschikbaar komt?
Frans Verhoeven:
“Ik ben 74 jaar en merk dat het lastiger wordt om mijn drukke agenda bij te houden. Daarom ben ik een aantal zaken aan het afbouwen. Ik kan het nu nog allemaal overzien en wil de situatie voor zijn dat anderen me gaan adviseren om af te bouwen. Ik blijf lekker wandelen, lezen en werken in de tuin. Verder ga ik meer aandacht besteden aan mijn familie.”
Martin Frankort:
“Voorlopig ga ik het rustig aan doen. Ik ga wat meer lezen, muziek maken en vaker wandelen.”
Hebt u een tip voor de deelnemers van het PNB?
Frans Verhoeven:
“Houd de aandacht voor uw pensioen levendig. Het pensioen bij het PNB is in principe goed geregeld, maar zeker jongere deelnemers en deelnemers die op latere leeftijd zijn gewijd, moeten goed in de gaten houden wat zij straks ontvangen en of dat genoeg is.”
Martin Frankort:
“Tegen de clerici zou ik willen zeggen: besteed nu al aandacht aan uw oudedagsvoorziening. Ter uitleg: wanneer hun benoeming ophoudt, vinden namelijk grote wijzigingen plaats in hun dagelijkse leven. Tijdens hun benoeming worden zij deels in natura gecompenseerd. Zo wordt er gezorgd voor een woning en het onderhoud daarvan. Dit stopt bij ingang van het emeritaat. Dan moeten ze ineens een eigen huishouding gaan voeren en zelf belasting gaan betalen. Het is verstandig om daar tijdig op voorbereid te zijn.”