De hoogte van mijn pensioen

Voordat we overgaan op de nieuwe pensioenregeling, laten we u zien hoeveel pensioen u hebt opgebouwd in de huidige regeling. U krijgt ook een eerste inschatting van uw pensioen in de nieuwe regeling. Ná de overstap krijgt u nog een berekening van ons. Die is nauwkeuriger, omdat we pas op het moment van de overstap precies weten wat de waarde van uw opgebouwde pensioen is.

Krijgt u al pensioen van ons? Dan blijft uw bruto pensioenbedrag in de eerste maand na de overstap op de nieuwe regeling hetzelfde als in de maand ervoor. Het netto bedrag kan anders zijn, bijvoorbeeld doordat belastingtarieven wijzigen. De maand daarna krijgt u uw definitieve pensioenbedrag binnen de nieuwe regeling. Dit verschil corrigeren we mogelijk met het pensioen dat u in de maand daarvoor van ons kreeg.

Nee, dat kan niet. De risico’s die we nemen met de beleggingen zijn zo ingesteld dat het persoonlijk pensioenkapitaal niet kan opraken. Daarnaast houden we reserves aan om grote schommelingen in het pensioen op te vangen. Dit doen we door beleggingsopbrengsten in goede economische tijden te reserveren voor tijden dat het economisch tegenzit.

Nee. Uw pensioen kan niet opraken. U krijgt uw leven lang pensioen.

‘Sociale partners’ *) hebben afgesproken dat we uw opgebouwde pensioen meenemen naar de nieuwe regeling. U krijgt voor uw opgebouwde pensioen een kapitaal in de nieuwe regeling. We rekenen bij de overstap uit wat de waarde is van het pensioen dat u hebt opgebouwd.

*) _{Daar waar gesproken wordt over ‘sociale partners’ zijn in de praktijk de zeven bisdommen bedoeld. Meer uitleg over de vertegenwoordiging vindt u op deze pagina.}

We rekenen uw opgebouwde pensioen zo goed én zorgvuldig mogelijk om naar de nieuwe situatie. Ziet u dat er toch iets niet klopt? Neem dan contact met ons op. Dan nemen we samen door wat volgens u niet klopt. We controleren dit met onze gegevens. Natuurlijk passen we daarna de gegevens aan waar nodig. Als u vindt dat we de fout niet goed oplossen, kunt u een klacht bij ons indienen.

Ja. Het pensioenfonds hoeft minder reserves aan te houden en kan dus de gemaakte winst met de beleggingen eerder uitkeren. Daarnaast vervallen de regels wanneer een pensioenfonds de pensioenen mag verhogen. Ook daardoor kan uw pensioen sneller omhoog als het goed gaat.

De waarde van onze beleggingen beweegt op en neer. Maar het pensioen van gepensioneerden proberen we zo stabiel mogelijk te houden. Toch kan het pensioen omlaag gaan als het economisch minder goed gaat. We proberen die kans zo klein mogelijk te houden.

We houden rekening met goede en slechte jaren. Daarom bouwen we een reserve op. Als u jonger bent, nemen we meer risico met uw kapitaal. Want dat kan u meer pensioen opleveren. We nemen minder risico met de beleggingen naarmate u ouder wordt. Op die manier proberen we de pensioenen zo stabiel mogelijk te houden.

We beleggen het geld voor uw pensioen zó, dat de hoogte van uw pensioen zo stabiel mogelijk is tegen de tijd dat u uw pensioen laat ingaan. Hoe dichterbij u bij uw pensioenleeftijd komt, hoe minder risico we nemen met uw beleggingen. Maar de ontwikkelingen op de financiële markten kunnen altijd enige invloed hebben op de hoogte van uw pensioen. Er is geen garantie dat de pensioenen nooit omlaag gaan.

De hoogte van uw pensioen in de nieuwe regeling hangt voor een belangrijk deel af van hoe lang we de inleg kunnen beleggen. Hoe langer, hoe meer kans er is op een hoge opbrengst. De nieuwe regeling is dus vooral gunstiger voor jongeren. Hun geld kunnen we nog lang beleggen.

Door de nieuwe manier van opbouwen heeft een specifieke (leeftijds)groep nadeel van de overstap naar de nieuwe regeling. Om welke groepen het gaat, weten we pas na 1 januari 2028.

De ‘sociale partners’ willen dat de overstap zo eerlijk mogelijk is voor iedereen. Iedereen die pensioen bij ons opbouwt op het moment van de overstap, krijgt een ‘compensatie’. Hoe hoog deze compensatie is, ligt aan het nadeel dat er is.

Let op: als u vóór de overstap naar de nieuwe pensioenregeling (1 januari 2028) uit dienst gaat, kan het zijn dat u (een deel van) de compensatie misloopt. Omdat de compensatie wordt verdeeld over meerdere jaren, kunt u ook na 1 januari 2028 nog een nadeel hebben als u uit dienst gaat. U loopt dit risico vooral als u overstapt naar een werkgever waar geen of minder compensatie is geregeld in de pensioenregeling. Details over de compensatie leest u in het transitieplan. Raadpleeg eventueel ook het transitieplan van het pensioenfonds van uw nieuwe werkgever.

Nee. De pensioenregeling bij ons fonds gaat niet over de AOW die u van de overheid krijgt. De pensioenregeling gaat over het pensioen dat u nu opbouwt of hebt opgebouwd via uw werk.

1. Uw persoonlijk kapitaal groeit door de maandelijkse inleg voor uw pensioen

2. Beleggen als één geheel
We beleggen het geld voor de pensioenen als één geheel. We houden daarbij rekening met verschillende leeftijdsgroepen. Hoe ouder u wordt, hoe minder risicovol we voor u beleggen. Hierdoor blijft uw pensioen zo stabiel mogelijk.

3. Solidariteitsreserve
We zetten geld opzij voor een solidariteitsreserve. Het fonds kan deze reserve gebruiken om de pensioenen van de gepensioneerden en nabestaanden zo stabiel mogelijk te houden. Er is geen garantie dat de pensioenen nooit omlaag gaan.

• Priesters en ongehuwd diakens
  Voor de opbouw van uw pensioen legt u zelf geen geld in. De kerkelijke instelling waaraan u verbonden bent, betaalt het volledige bedrag voor uw pensioenopbouw.
  In dit bedrag zit ook de bijdrage voor de verzekering voor alles wat er geregeld is voor u als u arbeidsongeschikt zou worden. En bepaalde kosten voor uitvoering van uw pensioenregeling.
  Hoeveel pensioen er straks voor u is, ziet u op uw Uniform Pensioenoverzicht.
  
  
• Pastoraal werkers en gehuwd diakens
  U en uw werkgever leggen samen geld in voor uw pensioen. Het gaat dan om pensioen voor uzelf, maar ook voor uw partner en kinderen als u overlijdt en als u arbeidsongeschikt wordt. En bepaalde kosten voor de uitvoering van uw pensioenregeling. U betaalt de helft van de inleg. Op uw loonstrook staat hoeveel geld u per maand betaalt. Uw werkgever de andere helft.
  
  
• Huishoudelijk personeel
  U en uw werkgever leggen samen geld in voor uw pensioen. Hierin zit ook de bijdrage voor de verzekering van het nabestaandenpensioen en alles wat er geregeld is voor u als u arbeidsongeschikt zou worden. En bepaalde kosten voor uitvoering van uw pensioenregeling. U betaalt ¼ van de inleg. Op uw loonstrook staat hoeveel u per maand betaalt. Uw werkgever legt ¾ deel van de totale inleg.

We rekenen elk jaar uit hoeveel pensioen u naar verwachting krijgt. Die berekening baseren we op het kapitaal voor pensioen dat u al hebt opgebouwd en op het kapitaal dat u naar verwachting nog gaat opbouwen. We maken hierbij ook een schatting van de inleg, de verwachte opbrengst van de beleggingen en de verwachte rente en levensverwachting.

Naast het verwachte pensioen, ziet u een inschatting van uw pensioen als het slecht gaat met de economie. En een inschatting van het pensioen als het goed gaat. U krijgt deze informatie, net als nu, via het Uniforme pensioenoverzicht.

Als u jong bent, kan de inschatting van uw toekomstige pensioen (flink) schommelen. Bent u ouder? Dan zorgen we ervoor dat de inschatting van uw pensioen steeds minder schommelt. We verdelen daarom het risico van de beleggingen van jongeren en ouderen op een andere manier. Hoe ouder u wordt, hoe preciezer de inschatting van uw pensioen.

De economie heeft invloed op uw pensioen. Deze invloed ziet u straks direct terug in uw eigen kapitaal én uw (toekomstige) pensioenuitkering. 

Gaat het goed met de beleggingen? Dan gaat uw kapitaal voor pensioen sneller omhoog. Als het slecht gaat, kan uw kapitaal sneller iets minder worden.

We blijven mee- en tegenvallers samen opvangen. We willen de schommelingen in hoogte voor iedereen die pensioen krijgt zo klein mogelijk houden. Hiervoor houdt ons fonds een buffer aan. Dat is de zogenaamde solidariteitsreserve.