Betaalt u niet te veel of te weinig belasting? U ontvangt pensioen van verschillende instanties:

  • AOW van de overheid
  • pensioen van het PNB

En eventueel:

  • pensioen van andere pensioenfondsen
  • een (lijfrente-)uitkering van een bank of verzekeraar als u zelf hebt bijgespaard voor extra pensioen

Hoe betaalt u belasting?

Het pensioen dat u gespaard hebt is een bruto bedrag. U betaalt belasting over uw pensioen. Daar hoeft u niets voor te doen. De instanties waar u pensioen van ontvangt, houden de belasting (=loonheffing) in op het bedrag. Zij keren uw pensioen netto aan u uit.

Ook het PNB past loonheffing toe op uw pensioen. Sinds 1 januari 2019 geldt dit voor álle pensioengerechtigden van het PNB.

Misschien betaalt u te weinig belasting

Als verschillende instanties belasting inhouden, betaalt u misschien in totaal te weinig belasting. De instanties weten immers niet van elkaar dat u ook van andere instanties inkomen (=pensioen, salaris en/of uitkeringen) ontvangt. Daarom berekenen ze de belasting alsof u alleen van die betreffende instantie geld krijgt. En dan kan het in totaal te weinig zijn.

De belasting wordt namelijk berekend via een oplopend tarief in drie etappes (= belastingschijven). Daardoor gaat u naar verhouding meer belasting betalen als uw totale inkomen hoger wordt. Stel dat het bedrag per uitkering laag is, dan wordt ook een laag bedrag aan belasting ingehouden. Maar als alle bedragen bij elkaar worden opgeteld, kan het zijn dat u voor uw totale jaarinkomen een hoger bedrag aan belasting moet betalen dan al is ingehouden.

Wanneer betaalt u te weinig belasting?

Dat is het geval als u, naast uw AOW-pensioen, ook andere inkomsten ontvangt en het totaal bedrag uitkomt boven een bepaalde belastingschijf. Dat is ook zo wanneer een instantie de loonheffing níet toepast.

U kunt ook te weinig belasting betalen door de heffingskortingen. Dat zijn kortingen op uw belasting. Zo hebt u bijvoorbeeld recht op loonheffingskorting waardoor u minder belasting betaalt. Instanties waarvan u pensioen ontvangt, vragen u als uw pensioen ingaat of u de loonheffingskorting wilt toepassen. U kunt er voor kiezen om de heffingskorting alleen toe te laten passen op uw hoogste inkomen. Dat kan uw AOW zijn, maar ook uw pensioen van PNB. Of pensioen dat u ontvangt van een ander pensioenfonds of verzekeraar.

De Belastingdienst raadt u aan om een voorlopige aanslag inkomstenbelasting aan te vragen om zo te voorkomen dat u later misschien in één keer veel moet bijbetalen. Uiteraard kunt u er zelf ook vooraf rekening mee houden door elke maand een bedrag opzij te leggen. Ook kunt u ervoor kiezen om geen loonheffingskorting op uw pensioeninkomens toe te laten passen. Dit betekent niet dat u dit voordeel dan niet krijgt,. Als u aangifte doet voor de inkomstenbelasting kunt u de loonheffingskorting terugvragen.

Bent u priester of ongehuwd diaken?

U bent als priester of ongehuwd diaken niet in loondienst geweest van het bisdom waaraan u verbonden bent. Er is dus geen sprake van een uitkering uit een vroeger dienstverband. Dat zou reden kunnen zijn om geen loonheffing toe te passen. Maar het PNB-pensioen wordt wél tot uw inkomen gerekend en u moet hierover wel inkomstenbelasting betalen. Daarom wordt er sinds 1 januari 2019 loonheffing toegepast op uw pensioen van het PNB.

Vragen over belastingen?
Hebt u vragen over de belastingen? Bijvoorbeeld over uw voorlopige aanslag? Dan vragen wij u hiervoor te bellen met de Belastingtelefoon: 0800 – 0543. Of raadpleeg www.belastingdienst.nl.

Uw jaaropgave

U ontvangt elk jaar in januari een jaaropgave van uw pensioenfonds. Die jaaropgave is belangrijk voor uw belastingaangifte. Op uw jaaropgave staat wat u vorig jaar aan pensioenuitkering hebt ontvangen van het PNB in bruto en netto bedragen, wat u aan belasting en premies hebt betaald (indien van toepassing) en uw bijdrage aan de Zorgverzekeringswet.

Meer informatie

Op de website van de Belastingdienst vindt u de actuele belastingschijven, kunt u lezen waarop u moet letten en wanneer het verstandig is om actie te ondernemen.